Checklists
Laatst gewijzigd op: 1 oktober 2021

Zwangerschaps- en bevallingsverlof

Als een medewerkster in uw organisatie vertelt dat zij zwanger is, dan moet u het een en ander regelen. Hierbij houdt u rekening met de regels over zwangerschaps- en bevallingsverlof. Sommige regels geven echter aanleiding tot discussie. Vooral het bepalen van de ingangs- en einddatum van het verlof werpt soms veel vragen op. Deze checklist helpt u om niets over het hoofd te zien.

16 weken verlof

De vuistregel is dat iedere zwangere werkneemster recht heeft op 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. Dat wil zeggen: vier tot zes weken vóór de bevalling en tien tot twaalf weken daarna. Ook als zij bevalt van een meerling. U bepaalt de ingang van het zwangerschapsverlof aan de hand van de uitgerekende datum waarop de bevalling zal plaatsvinden. Deze datum staat op de zwangerschapsverklaring van de arts of verloskundige.

Als HR-professional bent u verantwoordelijk voor naleving van de regels rondom het zwangerschaps- en bevallingsverlof. Als u de regels niet, niet op tijd of onvolledig opvolgt, kan uw werkgever hiervoor een sanctie krijgen.

In bepaalde cao’s is vastgelegd dat medewerksters langer verlof hebben, dan het wettelijke minimum. Valt uw organisatie onder een cao, raadpleeg die dan eerst voor u de einddatum van het verlof vastlegt.

Wanneer start het zwangerschapsverlof?

Het zwangerschapsverlof gaat vier tot zes weken voor de bevalling in. De werkneemster mag zelf bepalen wanneer zij precies met verlof gaat. Dit kan alleen als er geen complicaties of andere gezondheidsproblemen zijn.

Let wel: zwangerschapsverlof is niet alleen een recht, maar ook een plicht. Vanaf de vierde week voor de uitgerekende datum tot zes weken na de geboortedag, geldt voor de medewerkster in principe een verbod om te werken. Komt zij tijdens haar verlof toch werken, dan bent u verplicht om haar naar huis te sturen. Op overtreding van dit arbeidsverbod staan flinke straffen.

Verlofdagen berekenen

De geboorte van een kind laat zich bijna nooit sturen en de bevallingsdatum is slechts een indicatie. Komt de baby precies op de uitgerekende datum, dan trekt u de weken zwangerschapsverlof (minimaal vier, maximaal zes) af van de totale 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. Na de bevalling heeft de werkneemster dan nog tien tot 12 weken bevallingsverlof over.

Komt de baby te vroeg ter wereld, dan mag de kersverse moeder de nog niet genoten verlofdagen na de bevalling alsnog opnemen, zodat ze uiteindelijk precies 16 weken verlof heeft. Wordt het kind te laat geboren, dan telt u de extra dagen tot aan de werkelijke bevalling bij het totaal aantal verlofdagen. In dat geval kan het verlof dus 17 of zelfs 18 weken duren.

Ziekenhuisopname

Het kan gebeuren dat een pasgeboren baby wat langer in het ziekenhuis moet verblijven. Een bevallen medewerkster heeft in sommige gevallen dan recht op extra verlof. Tot een week na de bevalling geldt dit niet, maar als de baby langer dan een week in het ziekenhuis moet blijven krijgt de medewerker er net zo veel verlof bij tot de baby mee naar huis mag. Daar zit wel een limiet aan: extra bevallingsverlof door ziekenhuisopname mag oplopen tot maximaal tien weken extra.

Aanvraag verlofuitkering

Elke zwangere medewerkster ontvangt gedurende haar zwangerschapsverlof een verlofuitkering. Deze moet u ten minste twee weken voor aanvang van het verlof hebben aangevraagd bij het UWV om de verlofuitkering direct te laten aansluiten op de datum waarop zij normaal gesproken haar salaris ontvangt. De verlofuitkering bedraagt 100% van het loon en wordt volledig doorbetaald door het UWV. Bij de aanvraag van de verlofuitkering voegt u een zwangerschapsverklaring van de arts of verloskundige.

Een tijdige aanvraag van de verlofuitkering voorkomt problemen, zoals te late uitbetaling aan de werkneemster en overbodige administratieve rompslomp.

Uitbetalen verlofuitkering

In principe betaalt het UWV de uitkering rechtstreeks aan de werkneemster. Helaas komt deze betaling vaak te laat bij de aanvrager binnen. Het is mogelijk het bedrag van de uitkering zelf maandelijks over te maken op de rekening van uw medewerkster. U moet dan wel bij het UWV aangeven dat het de uitkering aan u terugbetaalt.

Ziek en zwanger

Als de werkneemster ziek wordt vanwege haar zwangerschap voordat het zwangerschapsverlof is ingegaan, dan ontvangt zij een Ziektewetuitkering. Deze loopt vanaf de eerste dag van de ziekmelding tot aan de dag dat zij zich weer beter meldt of tot aan de start van haar zwangerschapsverlof. Is zij naar haar bevalling nog steeds ziek als gevolg van haar zwangerschap, dan heeft zij wederom recht op een Ziektewetuitkering.

Houdt de ziekte van uw werkneemster geen verband met haar zwangerschap, dan is de werkgever verantwoordelijk voor haar loondoorbetaling (ten minste 70% van het loon).

Verlofdatum vervroegd

Wordt de zwangere medewerkster zes of meer weken voor de uitgerekende bevallingsdatum ziek, dan mag zij niet meer kiezen wanneer zij haar verlof precies laat ingaan. Haar zwangerschapsverlof start automatisch zes weken voor haar uitgerekende datum. Heeft u al afspraken met haar gemaakt over deze ingangsdatum van haar verlof, dan vervallen deze automatisch.

Gekort op verlofdagen

Zou de medewerkster vier weken voor haar uitgerekende datum met verlof gaan, maar meldt zij zich in de laatste twee weken voor haar verlof ziek, dan gaan deze dagen van haar verlof af. U mag deze ziektedagen aftrekken van haar 12 weken verlof na de bevalling. Het maakt dan niet uit of de ziekte verband houdt met haar zwangerschap of niet.

Ontoelaatbaar

Het is ontoelaatbaar om een medewerkster te ontslaan tijdens haar zwangerschapsverlof. De werkgever mag haar evenmin ontslaan vóór of na het verlof, omdat zij zwanger is of was. Geen enkele rechter zal deze ontslaggrond toewijzen. Ook mag de zwangere werkneemster geen overwerk verrichten tijdens haar zwangerschap of nachtdiensten draaien. Daarnaast moet u voorkomen dat zij te veel stress ondervindt van haar werkzaamheden.

Ontslag op eigen initiatief

Als een werkneemster besluit op eigen initiatief ontslag te nemen, is het uw taak om haar te informeren over de gevolgen van ontslag op eigen verzoek. Een aantal sociale verzekeringen, zoals een werkloosheidsuitkering, komt te vervallen en ze verliest ook haar recht op zwangerschapsverlof.
In sommige cao’s is een zogenaamde ‘terugkeerregeling’ opgenomen. Neemt de werkneemster ontslag vanwege de verzorging van het kind, dan biedt zo’n regeling de garantie dat zij binnen een bepaalde periode kan terugkeren.