Checklists
Laatst gewijzigd op: 15 maart 2023

Wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen

Vakantiedagen zijn een belangrijke arbeidsvoorwaarde. Als HR-professional kan je hier veel vragen over krijgen, bijvoorbeeld als het gaat over het meenemen van vrije dagen naar een nieuw kalenderjaar of over wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. In deze checklist leest je meer hoe het precies zit.

Wettelijke vakantiedagen

Het minimum aantal vakantiedagen waarop een werknemer recht heeft is bij wet vastgelegd. Deze dagen worden ook wel de wettelijke vakantiedagen genoemd. Dat aantal bedraagt vier keer het aantal werkuren in een week. Een werknemer die fulltime werkt (40 uur) heeft dus in ieder geval recht op 20 vrije dagen per jaar. Bij deeltijdwerk wordt de vakantieopbouw naar rato berekend. Naast de wettelijke vakantiedagen heeft een werknemer enkele feestdagen, zoals met Kerstmis.

De werkgever mag niet negatief afwijken van het wettelijk aantal vrije dagen. Wel mag de werkgever extra dagen toekennen. In de cao of het personeelsreglement kunnen deze extra vrije dagen zijn afgesproken. Raadpleeg eerst de cao of het personeelsreglement om te bepalen over hoeveel vrije dagen werknemers recht hebben.

 

Vervallen wettelijke vakantiedagen

Wettelijke vakantiedagen moeten binnen een half jaar na het opbouwjaar opgenomen zijn. Is dat niet het geval, dan vervallen de niet opgenomen vakantiedagen. Hierop is één uitzondering. Als de werknemer aannemelijk kan maken dat door extreme drukte het onmogelijk was om dagen, die hij uit het voorgaande jaar over had, op te maken, dan blijven deze dagen wel vijf jaar lang geldig. Het komt voor dat bij cao of schriftelijke overeenkomst met werknemers een ruimere vervaltermijn is overeengekomen.

De werkgever moet de werknemer op tijd informeren over de vervaltermijn en de werknemer de gelegenheid geven de openstaande vakantiedagen alsnog op te nemen. Doet de bestuurder dat niet, dan geldt het automatisch vervallen van de wettelijke vakantiedagen niet.

Bovenwettelijke vakantiedagen

In de meeste cao’s, personeelsreglementen of individuele arbeidsovereenkomsten krijgen werknemers bovenop de wettelijke vakantiedagen nog extra vrije dagen. Dit zijn de zogenoemde bovenwettelijke vakantiedagen. Bovenwettelijke vakantiedagen zijn, in tegenstelling tot de wettelijke vakantiedagen, vijf jaar houdbaar. Wanneer het in een periode erg druk is, kan je in overleg met de werknemer besluiten de bovenwettelijke dagen af te kopen.

Vakantie opnemen

Rondom schoolvakanties wordt de gemiddelde manager overstelpt met vakantieaanvragen. Helaas kan niet iedereen tegelijk op vakantie. In principe mogen werknemers zelf bepalen wanneer zij hun vrije dagen willen opnemen. Zij moeten daarvoor echter wel toestemming vragen aan hun manager. Dat verzoek kan alleen worden geweigerd bij zwaarwegende bedrijfsbelangen, bijvoorbeeld een noodsituatie of omdat de werknemer onmisbaar is in verband met een naderende deadline. De werkgever kan overigens alleen een vakantieaanvraag weigeren door dit schriftelijk binnen twee weken na de aanvraag kenbaar te maken.

Reageert de werkgever niet binnen twee weken, dan is de werkgever stilzwijgend akkoord gegaan. Heeft de werkgever eenmaal toestemming verleend, dan kan de vakantieaanvraag alleen vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen worden ingetrokken. Eventueel gemaakte kosten (bijvoorbeeld een geboekte vakantie) moet de werkgever dan vergoeden.

Rechten rondom vakantie

Het is wettelijk vastgelegd dat een werkgever zijn werknemers in de gelegenheid moet stellen om per kalenderjaar minimaal de wettelijke vrije dagen op te nemen. Ook heeft een werknemer het recht om eens per kalenderjaar minimaal veertien dagen achtereen vrij te zijn, of twee keer per jaar zeven dagen.

cao

Vaak staan er nog aanvullende regels rondom vakantiedagen in de cao. Zo hebben sommige cao’s bijvoorbeeld een collectieve vakantie (denk aan het onderwijs of de bouw) of een langere onafgebroken vakantieperiode dan twee weken. Soms zijn afspraken gemaakt over feestdagen waarop het minder vanzelfsprekend is om vrij te krijgen, zoals Goede Vrijdag en Bevrijdingsdag. Is dit niet het geval, dan moet een werknemer een vakantiedag opnemen als hij die dag vrij wil. Kijk daarnaast of de cao afspraken bevat over een salaristoeslag voor werken tijdens bepaalde feestdagen.

Niet alle organisaties vallen onder een cao. In dat geval zijn eventuele bovenwettelijke vrije dagen opgenomen in het personeelsreglement of in de individuele arbeidsovereenkomst. Deze afspraken mogen nooit in negatieve zin afwijken van de minimale wettelijke rechten.

Arbeidsduurverkorting

Naast wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen bieden sommige cao’s de mogelijkheid om Arbeidsduurverkorting (adv) op te bouwen. Bij Arbeidsduurverkorting (adv) werk je iedere week meer uren dan in je contract staat. Die extra gewerkte uren neem je op een ander moment op. Bijvoorbeeld je werkt 40 uur per week, maar je hebt een contract voor 38 uur per week. Een keer per twee weken neem je dan bijvoorbeeld een middag vrij. Er staat niets in de wet over adv. Voor deze vrije uren gelden niet dezelfde wettelijke regels als voor de wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Adv-regelingen zijn vaak uitgewerkt in de cao of in het personeelsreglement.

Bedenk wel dat een werknemer die twee uur per week spaart, op jaarbasis zo’n twee en een halve week extra vrij kan nemen. Maak daarom afspraken dat adv-dagen bijvoorbeeld elke maand opgenomen moeten worden.

Vakantiereglement

In een cao zijn de regels over vakantiedagen en feestdagen vastgelegd. Als je niet onder een cao valt, is het goed om een vakantiereglement op te stellen. Zo’n reglement geeft duidelijkheid over de in de organisatie geldende regels rond vrije dagen. Zo kunnen er regels instaan over het aantal vrije dagen, de maximale aaneengesloten vakantieperiode en wat de afspraken zijn rond feestdagen en verplichte vrije dagen. Denk hierbij aan de vrijdag na Hemelvaart die vaak als verplichte vrije dag wordt aangewezen.

Vrije dagen sparen

Soms willen werknemers vrije dagen ‘sparen’ bijvoorbeeld om een lange reis te kunnen maken. Ook kan het zijn dat de werknemer door drukte er niet aan toekomt alle vrije dagen op te maken. Een werknemer moet dan wel goed opletten om wat voor vrije dagen het precies gaat. Wettelijke vrije dagen vervallen namelijk een half jaar na het opbouwjaar, bovenwettelijke dagen na vijf jaar.

Overwerk

In de wet is niets geregeld over het meenemen van uren die werknemers hebben opgebouwd door overwerk. Dit betekent dat je dit zelf kan regelen in het vakantiereglement, dat integraal onderdeel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst. Of je kan het opnemen in individuele arbeidsovereenkomsten. Tenzij het is op cao valt waarin dit al is geregeld. Dan hoeft u niets te doen.

Geld of uren?

Is er niets in de cao of het personeelsreglement niets geregeld bij overwerk, dan zijn er twee mogelijkheden, de overuren uitbetalen of de overwerkuren aanmerken als vrije uren die de werknemer op een ander moment als vrije tijd opneemt, de zogenaamde tijd voor tijd regeling.

Maak bij de tijd voor tijd regeling goede afspraken, bijvoorbeeld of de overwerkuren mogen worden meegenomen naar het volgende jaar of kiezen voor een limiet. Je moet werknemers die uren dreigen te ‘verliezen’ wel altijd in de gelegenheid stellen om deze uren op te kunnen nemen.